Reglement
Artikel 1 – Algemene bepaling
Bewindvoering wordt uitgevoerd volgens de wettelijke bepalingen zoals gesteld in artikel 1.431 en verder van het Burgerlijk Wetboek en volgens de regelingen zoals in dit reglement worden omschreven.
Artikel 2 – Aanvang van bewindvoering
Bij aanvang van de bewindvoering zal de rechthebbende alle noodzakelijke informatie en documenten aan de bewindvoerder verstrekken. Deze gegevens zijn noodzakelijk voor een juiste uitvoering van deonderbewindstelling.
Artikel 3 – Boedelbeschrijving
Binnen drie maanden na aanvang van de onderbewindstelling, zal de bewindvoerder een boedelbeschrijving opstellen en indienen bij de rechtbank. Deze boedelbeschrijving omvat een omschrijving van de bezittingen en de schulden van de rechthebbende. De bewindvoerder zal aan de rechthebbende de vraag voorleggen of deze een kopie van de boedelbeschrijving wenst te ontvangen.
Artikel 4 – Registergoederen
De bewindvoerder draagt zorg, bij aanwezigheid van registergoederen, voor een aantekening van de onderbewindstelling in het Kadaster.
Artikel 5 – Bankrekening
Na uitspraak van de onderbewindstelling zal de bewindvoerder zorgdragen dat er zo spoedig mogelijk een bankrekening op naam van de rechthebbende wordt geopend. Deze rekening wordt gebruikt om alle inkomsten en uitgaven die onder de bewindvoering vallen te beheren. Deze bankrekening wordt beheerd door de bewindvoerder
Artikel 6 – Budgetoverzicht
Tegelijk met de boedelbeschrijving zal de bewindvoerder een budgetoverzicht opstellen, met de
maandelijkse inkomsten en uitgaven van de rechthebbende. Onder inkomsten wordt verstaan salaris, overige componenten, uitkering, , voorlopige teruggave belastingdienst, eventuele toeslagen en heffingskortingen. Onder uitgaven wordt gerekend de huisvestingskosten, verzekeringen, contributies en abonnementen, vervoerskosten, reserveringskosten, huishoudgeld, reserveringen en overige vaste lasten.
Artikel 7 – Inkomsten
Rechthebbende zorgt dat de bewindvoerder tijdig op de hoogte wordt gesteld van de aard en herkomst van het onder Art. 6 genoemde inkomen. Rechthebbende is verantwoordelijk voor de continuiteit van zijn inkomen. Dit inkomen kan voortkomen uit arbeid, inkomen uit uitkering of vermogen.
Artikel 8 – Uitgaven
De uitgaven van de rechthebbende worden uitgevoerd conform het opgestelde budgetoverzicht. Bij betaling van de uitgaven zal er prioriteit worden gegeven aan de huisvestingslasten, noodzakelijke verzekeringen en de uigaven voor levensonderhoud. De uitgave voor levensonderhoud zal bewindvoerder in overleg met de rechthebbende wekelijks of maandelijks overmaken naar een bankrekening, waarover rechthebbende dan wel een gemachtigde zelf de beschikking heeft. Deze rekening zal door de bewindvoerder in overleg met de bank geblokkeerd worden tegen debetstand.
Artikel 9 – Vertegenwoordiging rechthebbendea.
De bewindvoerder zal verder alle overige werkzaamheden uitvoeren, die naar zijn oordeel in het financiële belang zijn van de rechthebbende. b. De bewindvoerder behoud zich hierbij de mogelijkheid voor om externe deskundigen in schakelen, bijvoorbeeld een advocaat bij procesvertegenwoordiging.De bewindvoerder/mentor/curator geniet, direct of indirect, geen ander voordeel uit zijn positie als bewindvoerder/mentor/curator, dan de beloning die hij voor zijn bewindvoerder-/mentor-/curatorschap ontvangt. In het bijzonder: – aanvaardt hij geen giften van de onder curatele/bewind gestelde, – koopt hij geen goederen van de onder curatele/bewind gestelde, – geniet hij geen voordeel uit de uiterste wilsbeschikking die de onder curatele/ bewind gestelde gedurende de curatele/onder bewindstelling heeft gemaakt, en – geniet hij geen voordeel van enige opdracht die hij aan zichzelf of een derde verstrekt in het kader van zijn curatorschap/mentorschap/bewindvoerderschap.
Artikel 10 – Schulden
Gedurende de eerste drie maanden na uitspraak van het bewind zullen de schulden van de
rechthebbende geïnventariseerd worden. De schuldeisers zullen schriftelijk op de hoogte gesteld worden van de onderbewindstelling, ook zal verzocht worden om alle correspondentie aan de bewindvoerder te sturen. De bewindvoerder zal na inventarisatie van de totale schuldenlast oplossingen zoeken. Dit kan betekenen dat er door de bewindvoerder zelf aflossingsregelingen worden getroffen volgens de ReCoFarekenmethode. Indien er sprake is van een problematische schuldsituatie zal de cliënt begeleid worden naar een in de woonplaats van de rechthebbende gemeente instelling die zich bezig houdt met schuldhulpverlening.
Artikel 11 – Schuldeisers
Door onderbewindstelling van de goederen van de rechthebbende veranderd er niets in de juridische positie van de schuldeisers. De rechtsmiddelen die de schuldeisers ten dienste staan blijven van kracht.
Artikel 12 – Rechthebbende
De rechthebbende zorgt dat alle informatie en documenten welke van invloed zijn op de bestedingsruimte worden doorgestuurd aan de bewindvoerder, zodat de bewindvoerder in de gelegenheid wordt gesteld een goed financieel beheer te kunnen voeren.
De bewindvoerder stuurt een schriftelijk verzoek, na de uitspraak van de onderbewindstelling, aan alle organisaties waarmee rechthebbende financieel betrokken is om alle correspondentie in de toekomst rechtstreeks aan de bewindvoerder te sturen. De rechthebbende mag geen nieuwe financiële verplichtingen aangaan zonder overleg met de bewindvoerder of kantonrechter. Onder financiële verplichtingen wordt verstaan het afsluiten van leningen,
het aangaan van contracten, het doen van schenkingen, het kopen op afbetaling, het afsluiten van abonnementen en verder alles wat invloed heeft op de bestedingsruimte, direct of in de toekomst.
Artikel 13 – Privacy
De gegevens van de rechthebbende worden opgenomen in de geautomatiseerde cliëntenregistratie van AD Bewind. De wet bescherming persoonsregistratie is hierop van toepassing. In deze wet wordt de bescherming van persoonsgegevens van burgers geregeld. Dit betekent dat onbevoegden geen toegang
Artikel 14 – Rekening en verantwoording
Jaarlijks en aan het einde van de onderbewindstelling wordt door de bewindvoerder rekening en
verantwoording afgelegd aan de rechthebbende. De rechthebbende dient wel in staat worden geacht de rekening op te nemen. De rekening en verantwoording wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de kantonrechter. In overleg met de kantonrechter wordt de maand bepaald waarin de rekening en verantwoording ingeleverd moet worden. Het boekjaar voor de rekening en verantwoording loopt van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 15 – Beloning
De beloning die de bewindvoerder toekomt voor de uitoefening van zijn werkzaamheden wordt vastgesteld door de daar toe bevoegde kantonrechter. Bij het in rekening brengen van de beloning zal de bewindvoerder beoordelen of rechthebbende deze kosten zelf dient te voldoen, dan wel dat hiervoor bijzondere bijstand aangevraagd zal worden. Bij twijfel zal bijzondere bijstand bij de gemeente van inschrijving van de rechthebbende aangevraagd worden.
Artikel 16 – Bereikbaarheid
De bewindvoerder is op werkdagen telefonisch bereikbaar tussen 09.00 uur en 12.00 uur voor de rechthebbende. Indien de bewindvoerder door omstandigheden niet direct beschikbaar is wordt er dezelfde dag nog contact opgenomen met de rechthebbende. Ook is de bewindvoerder per post en e-mail te bereiken.
Artikel 17 – Slotbepaling
Dit reglement kan niet in strijd zijn met de wet of enige andere wettelijke bepaling.